Het principe
|
DEP Hulp
|
||
De handleiding De deun bestaat uit een thema en een refrein. Met "Aantal maten per thema" wordt de lengte van het thema gekozen. Met "Aantal maten per refrein" kiest men de lengte van het refrein. Vaak speelt men het thema een aantal keren voor het refrein te spelen. Deze parameter wordt ingesteld met "Aantal keren thema voor refrein". De deun stopt na een aantal thema-refrein cycli. Deze parameter moet ingesteld worden met "Einde na refrein". Met de lijst "Toonsoort" kiest men de toonsoort van de deun. De maat van de melode kan 3/4, 4/4 of 5/4 zijn. Het tempo van de melodie (in maten per minuut) is gedefiniëerd door de optie "Tempo". DEP organiseert de volgorde van maten in groepen. Als de melodie in 3/4 maat is, dan bevat elke groep 3 maten. Dit is 4 voor 4/4 maat en 5 maten for 5/4 maat. Het maximum aantal noten per maat kan onafhankelijk gekozen worden voor de eerste, de tweede en volgende maat van iedere groep door middel van de vakken "Aantal noten per min" voor thema en refrein. De melodie kan wat interessanter worden indien aan het eind van de maat al noten worden gespeeld die eigenlijk bij het akkoord van de volgende maat horen (anticipatie). Het zelfde geldt voor noten die aan het begin van de maat worden gepeeld maar horen tot het akkoord van de vorige maat (suspensie). Het aanvinken van beide opties tegelijk geeft misschien minder interessante resultaten. Om structuur te geven aan de deun kan men "Transponeer melodie" of "herhaal akkoorden" opleggen. Met "transponeer melodie" probeert DEP de zelfde noten te spelen in de tweede groep van maten als in de eerste waarbij het de noten transponeert als de akkoorden in de eerste en tweede groep van elkaar verschillen (hetgeen meestal het geval is). Het zelfde geldt voor de derde en de vierde groep als ze bestaan. Met "Herhaal akkoorden" gebruikt DEP gedeeltelijk de zelfde akkoorden in de tweede als in de eerste groep. Het zelfde geldt voor de derde en vierde groep. Verschillende instrumenten spelen samen de deun. Men kiest de instrumenten met behulp van de lijsten onder "Instrument". Eén instrument speelt de akkoorden, een ander de melodie en weer een ander de begeleiding. Een tweede "melodie 2" instrument wisselt met het eerste af om een variatie op het thema te spelen. Twee instrumenten kunnen gebruikt worden voor de ritmesectie (Ritme 1 & 2). Gebruik de vinkvakjes om aan te geven op welke tel van de maat het ritme instrument moet klinken. Om het ritme te accentueren, kunnen de noten op bepaalde tellen van de maat harder klinken dan op andere. Gebruik "Accenten thema " en "Accenten refrein" om dat aan te geven. |